Peperomia’s zijn heel aantrekkelijke en makkelijke, trendy kamerplanten
Peperomia’s komen in alle tropische en subtropische streken van de wereld voor, maar het overgrote deel stamt uit Midden-Amerika en het noorden van Zuid-Amerika. Peperomia’s hebben geen aparte, eigen, Nederlandse naam. Het zijn dus gewoon (op z’n Hollands) peperomia’s. De Duitsers noemen deze planten Zwergpfeffers (dwergpepers). Je kunt het ook niet over dé peperomia hebben, want er bestaan in de natuur ver over de 1000, misschien wel 1500 verschillende soorten die heel verschillende eigenschappen kunnen hebben. Daarvan bestaan ook weer de nodige cultivars. Het zijn bijna allemaal leuke, vrij kleine,’s winters groenblijvende, maar lang niet altijd alleen maar groen gekleurde, planten. Meestal worden ze niet hoger dan zo’n 30 cm. Ze hebben soms betrekkelijk dikke, stevige stengels en vlezige bladeren, soms ook dradige, hangende stengels. Bij sommige, wat minder vaak gekweekte soorten zitten daar heel merkwaardige, glasachtige, doorzichtige delen (de zogenaamde ‘raampjes’) in. Niet bij de cultivars die GroenRijk nu aanbiedt trouwens. Peperomia’s zijn voornamelijk epifyten, dus vaste planten die in de oerwouden op rottende, vermolmde houtresten en plekken met plantaardig afval groeien. Dat kan ook op nog levende planten en in boomkruinen zijn. Ze tasten de levende planten waarop ze groeien, niet aan. Het zijn dus geen parasieten. De meeste peperomia’s zijn in ons klimaat kasplanten die vrij hoge luchtvochtigheden nodig hebben, maar gelukkig zijn er uitzonderingen die het in de normale omstandigheden in huis prima doen. Dat zijn voornamelijk cultivars van twee soorten: Peperomia clusiifolia en Peperomia obtusifolia. En die heeft GroenRijk nu in diverse schitterende vormen, bladkleuren en bladmaten voor je klaar staan.
Familie van de pepers (de Piperaceae)
Of deze planten – of delen ervan – scherp kruidig smaken, weten we niet en dat gaan we ook maar niet proberen, maar familie van de bekende witte, zwarte, rode en tal van andere pepersoorten die we in de keuken gebruiken (Piper) zijn ze wel. Piper en Peperomia zijn zelfs de enige twee geslachten binnen de familie van de Piperaceae (van ‘pippali’, het oeroude Sanskriet-woord voor ‘lange pepers’). De meeste peperomia’s zijn van het vlezige type met vrij dikke, ovale tot hartvormige blaadjes die glad of gekreukt kunnen zijn, groen en gestreept, gemarmerd of gevlekt. De bladkleuren kunnen ook sterk variëren: van bleekgroen tot donkergroen, maar ook felgroen, rood, geel en grijs komen voor. Bij sommige zijn de bladstelen rood. Bij de typen met hartvormig blad zit de steelaanhechting vaak iets uit het midden van het blad. Hoewel ze vooral als bladplanten worden gezien, is de bloei ook heel apart en prachtig om te zien. Ze vormen smalle, slangachtige, conische bloeikolven die zonder schutbladen boven de bladeren uitsteken. Iedere bloeikolf is bezet met honderden minieme bloempjes. Meestal zijn ze gelig wit tot geel en zelfs bruin. Bijzonder en mooi!
Een speciale selectie om uit te kiezen
GroenRijk heeft speciaal nu een prachtige selectie peperomia’s voor je. Het gaat dus om cultivars van de soorten Peperomia clusiifolia en P. obtusifolia. Peperomia clusiifolia is een vaste plant uit het
Caribisch gebied (West-Indië). De soort Peperomia obtusifolia komt in allerlei vormen voor in tropisch Zuid-Amerika, Midden-Amerika, naar het noorden toe tot in Mexico en ook in het Caribisch gebied. Het zijn allemaal opgaand groeiende, sterke vaste planten met stevige stelen en heel mooi blad. GroenRijk biedt nu een aantal selecties aan die gekweekt zijn in potten van l2 cm doorsnee. De gezondheid straalt ervan af. En – heel belangrijk – ze zijn groenblijvend, dus het hele jaar door mooi.
Er staan rassen voor je klaar met relatief groot, vlezig, volgroen, glad en glanzend blad, soms met een vage nerftekening, andere rassen zijn groen en kleinbladig (heel mooi!) of fraai getekend grijs met rode bladonderzijden. Het zijn inmiddels zeer trendy planten die helemaal passen bij de rustieke of zelfs industriële, onopgesmukte woonsfeer van nu, maar ook in een klassiek interieur. Er zijn liefhebbers die er hele collecties van aanleggen en constant op zoek zijn naar nog meer soorten en cultivars.
De verzorging
Al deze planten groeien binnenshuis makkelijk en vragen weinig zorg. Je kunt de planten in hun sierpotten – dus zoals je ze koopt – direct op een lichte plek zetten, maar liever niet in fel zonlicht. Dus niet pal achter een raam op het zuiden. Maar hoe lichter de plek, des te sprekender de bladkleuren zich ontwikkelen. Dat geldt vooral voor de bonte cultivars. Wat water geven betreft: matig gieten. Doe dat zo: geef steeds opnieuw water als de potgrond droog aanvoelt. De planten verdragen tijdelijke droogte, maar als het te lang duurt kunnen ze hun blad verliezen. Geef eens per maand wat vloeibare plantenvoeding in het gietwater (kies voeding voor bladplanten). Mocht je je peperomia’s willen overpotten, doe dat dan liefst in het voorjaar (als de groei weer begint). Herplant ze in gewone, iets zandige, goed doorlatende potgrond. Peperomia’s vinden het niet erg als ze een beetje nauw in hun pot komen te staan doordat de wortels verder uitgroeien. Dus je hoeft ze niet zo snel te verpotten. Er zijn liefhebbers die de – naar ons idee ook heel aardige – bloeikolven wegknippen omdat ze vooral van de bladeren willen genieten.
TIP
Peperomia’s zijn tropische planten. Ze verdragen geen lagere temperaturen dan ca. 13 °C. Gewone kamertemperaturen zijn prima. Als het erg warm en droog is in de kamer, is zo nu en dan even besproeien prima.
In kort bestek
GroenRijk biedt deze week een bijzondere selectie Peperomia’s aan: kleine kamerplanten met blijvend, vlezig, groen of roodbont blad uit (oorspronkelijk) vooral tropisch Midden- en Zuid-Amerika. Ze zijn heel makkelijk te verzorgen, passen in de meest trendy tot zelfs klassieke interieurs, vragen weinig en geven veel. Hoewel het altijdgroene bladplanten zijn, kunnen ze ook heel verrassend bloeien. Prachtplanten om heel lang plezier van te hebben.